Lots of rocks but wine in the distance
Ruta 40 de langste weg van deze wereld en ook behorend tot de slechtste. Een groot stuk is nog gravel, gemene gravel. In 2004 reden Karin en ik het zuidelijke deel totdat de Suzuki 4x4 een koprol maakte. Weg reis, weg auto, weg relatie, of nee dat laatste was later dat jaar. Maar de gravel zat toen nog in mijn arm. Duurde jaren voordat alles er uit was. Nu ben ik begonnen in Bolson en hoop de rest tot Bolivia af te maken. Dat is nog zo’n 3000 km, al maak ik wel uitstapjes westelijk, hoger de bergen in voor de schoonheid van die bergen. Ik hou van de woestijn maar het zijn ook eenzame ritten, zo nu en dan een stofwolk en passeert er iets wat je door het stof niet echt ziet. Iedereen focust zich op de stenen en kuilen op de weg, soms steekt er iets levends over, een wild varken, een marmot? Je remt en gaat weer door. Had van daag een plan van 800 vulkanen in een Nationaal Park te gaan zien maar de schrijver van de gids kwam van de andere kant dus ik was al 118 kilometer verder toen ik in het stadje was wat hij als startplek beschreef. Jammer dan. Ja, je bent hier heel alleen en zelfs die koe was heel eenzaam. Maar langzaam werd de rotsen weilanden en grijs erg groen en de eerste wijngaarden verschenen. Het hotel heette heel origineel Auberge du Vin.