China, Guangzhou, september/october 1982
Het is 1 september 1982 en aangekomen in Guangzhou, het vroegere Kanton. Vanuit het raam van mijn hotelkamer is het beneden een oorverdovend getoeter. Van fietsen en motoren! Geen auto te bekennen op wat vrachtwagens na. China mag niet individueel bereisd worden en in groepen moet je door de Chinese regering uitgenodigd worden. Maar, natuurlijk, er is een andere manier. Inschrijven aan de Universiteit van Taipeh, een ander land maar volgens China een onverbrekelijk deel van moeder China. Zo’n inschrijving kost 100 dollar en daarvoor mag je 3 steden in China bezoeken. Het gerucht gaat dat je erdoor een half uur lesgeven aan de politie in het Engels er een stad bij kunt ‘kopen’. Dat blijkt inderdaad zo te werken, lief lachen kan ook al helpen. We hebben een apart paspoort gekregen van de politie waar de steden en gebieden staan die we mogen bezoeken. Een aantal dagen hier gebleven en mij verbaasd over vele zaken. De drukte, de kleding uit de tijd van de culturele revolutie, het staren van de mensen en het totaal ontbreken van toeristen. Of het zijn travellers net als ik.
Een paar keer uitstekend gegeten en ook niet alledaagse gerechten zoals slang, uil en ik vrees hond. Een lieve Bambi die aan een paal bij een restaurant gebonden stond maar vrijgekocht. Dit China beloofd een echt avontuur te worden. Ook de zoo bezocht en die viel mee al zijn de hokken smerig en klein er zijn ook dieren die het beter getroffen hebben zoals de panda’s. Voor de rest de reis naar een nieuwe stad Guillin proberen te boeken. De trein zat vol voor morgen maar er schijnt een nieuwe busreis te zijn. Via Wuzhou. We hebben niet echt een kaart van China dus we weten niet echt hoe we gaan reizen. Een reisgids bestaat er al helemaal nog niet. Vijf dagen Guangzhou was mooi.
De busreis naar Guillin was een raar soort avontuur met prachtige beelden onderweg. Vertrokken om 6 uur in de ochtend. Ik had mij niet veel voorgesteld van die busreis en toch kwam de schok van het ontbreken van comfort nog onverwacht. Niet te beschrijven, een uitermate gammele bus, beenruimte van 20cm en uitsluitend rochelende en kotsende medepassagiers. De beloofde 8 uur werden er twaalf. Ondanks het hobbelen, slippen en stuiteren toch nog kunnen genieten van het mooie landschap. En gelukkig waren er een paar stops zoals bij een wankel pontje. Ik genoot en de Chinezen staarden, tuurden en gluurden. Een verschijning uit een andere wereld schijn ik te zijn. Het hotel in Wuhzou was na even zoeken prima met eens een aardige chinees en lekker eten.
De volgende ochtend weer om 6 uur vertrok de bus weer. Ontbijt buiten in het donker op de markt met een menigte chinezen die stonden de staren. Buiten de stad werd er veel aan joggen gedaan. En het landschap was fabelachtig mooi. 10 uur lang landschappen kijken, enorme bergen, rijstvelden, landweggetjes en de kots die om mijn oren vloog. Er rijden hier pas kort bussen en de mensen worden bijna allemaal wagenziek. Maar op stopplaatsen dichte drommen mensen om je heen. Op een plein stonden er een paar honderd te gapen. Toen ik mijn camera pakte stormden ze allemaal weg. men dacht dat het een wapen was. Maar die bergen… die zijn prachtig.