China, Chengdu, october 1982
De treinreis van Kunming naar Chengdu via Emei Shan verliep niet erg soepel. Tot 3 uur in de nacht in het ‘spuug’compartiment gezeten en daarna pas een sleeper te pakken. Bij het ontwaken, met wondermooie Chinese klassieke muziek op de speakers, was het voorbij glijdende landschap goddelijk mooi. Het weer trouwens ook. Later zag ik veel machinegeweren en slechter weer. Om 4 uur eindelijk in Emei Shan aangekomen en met een busje naar het hotel. Daar zaten wat oude bekende Duitsers en een Belgische. Het hotel was om te huilen. De toiletten shit en de lakens nat en smerig. Het werd een vreselijke nacht met ratten overal waar je keek. Buiten werd het natter en natter. Buiten in een hok met gaten in de grond wat als toiletten moest doorgaan keken in de diepte tientallen hongerige ratten met hun bek open naar de stront die komen ging.
In de ochtend toch maar met meer wanhoop dan moed op weg gegaan naar de voet van de berg.
Bij de trappen aangekomen was één blik naar boven voldoende om rechtsomkeer te maken. Te nat, te koud en genieter zicht. Kortom om 12 uur stonden we met twee Amerikanen op het station van Emei Shan. Na vier lange, vieze uren in hand-seta class kwamen we in de industriestad Chengdu aan.
Chengdu lijkt een nogal vervuilde stad waar het weer ook al niet meezit. Bijna iedereen snottert en hoest hier de hele dag. De meeste travellers zijn ziek. Lopen met rode ogen en verweesde gezichten door het Hongkong Chinezen hotel dat is toegewezen aan ons studenten uit Taiwan. Iedereen houdt dit sprookje in stand, de corruptie is hier overal aanwezig. De travellers hebben vrijwel zonder uitzondering wiet geplukt langs de spoorlijnen, het groeit hier volop. Dus naast ziek zijn ze ook voortdurend stoned. Ik blijf er ver van. Ik vind het dwalen door deze stad al een groot genoeg avontuur. Ondanks alles bevalt mij het hier en de mensen proberen lief te zijn. Als ze hun mond niet open hebben staan van verbazing. Hier loopt echt iedereen nog in blauwe en groene Mao pakjes. Ik wilde vanuit hier eigenlijk proberen naar Tibet te komen maar dat is jammerlijk mislukt. Ook verdere reizen in deze omgeving kwamen niet echt van de grond, vooral door het hondenweer overal. China is het vreemdste land wat ik ooit heb meegemaakt. Ik denk dat dit mijn hele leven bijblijft. Zo aardig en tegelijk zo vijandig, zo mooi maar ook zo verschrikkelijk lelijk in sommige steden, zwart, roet, viezigheid, het houdt niet op. Je stapt hier echt terug in de tijd. Hoe lang nog?