Puru Villaquiru
Panama was de volgende stop. Noodzakelijk vanwege de vliegreizen van en naar Belize. Maar Panama is geen straf weet ik uit 2012 toen ik hier vrij lang was. Ik sliep in zo’n high rise waar het hier werkelijk vol mee staat. Hier wordt veel geld geschoven om met je bootje door dat kanaal te mogen. Iedere dag kunnen ze weer miljoenen bijschrijven. Maar ik ging vanochtend in het wilde weg wat rijden. Vorige keer had ik een aantal dagen bij een Indianenstam (sorry Native Americans) doorgebracht en dat vond ik toen geweldig. Ik wist dat ze in een dorp diep in de jungle van het Chagres National Park woonden dus die richting nam ik. Met meer geluk dan wijsheid reed ik er in no-time naar toe en kon vrijwel onmiddellijk een boot huren om naar een dorp te varen. Welk kreeg ik niet te horen en was ook niet belangrijk. Bij het ontbijt vanochtend had ik mij een tikje geërgerd aan een groep toeristen die nogal wat noten op hun zang hadden over het ontbijt en dacht toen nog “wat ben ik blij dat ik niet in zo’n groep zit, daar zou ik niet tussen dood gevonden willen worden”. In de boot zag ik nog net een grote bus aan komen rijden met ja, diezelfde groep. Na een mooie tocht over de Chagres rivier kwam ik na drie kwartier in het dorp Puru Villaquiru aan. Blijkbaar vroeg want de vrouwen trokken snel slordig wat bovenstukjes aan. In 2012 waren ze nog niet zo modern. Het was ook een vrij nieuw dorp en had maar zestig inwoners. Maar ook zij hier kwamen oorspronkelijk uit de Darien (diepe jungle in het zuiden tegen de grens van Columbia) en hadden zich hier gevestigd om dichter bij voorzieningen te zitten en later voor het toerisme. Maar de stad vinden ze niks. Daar is ook een watertekort en hier hebben ze volop schoon water. Ik heb snel wat dorpelingen kunnen spreken en fotograferen voor, inderdaad, vijf boten met de groep aankwam. Ach, het blijft avontuur, ook met fel oranje zwemvesten aan.