The Surinam River
Vroeg in de ochtend gaan we terug naar ons dorp. Mijn camera lag vanochtend in mijn hangmat. Ik had er gisteren niet meer aan gedacht. Eenmaal in het ‘vakantiekamp’ ben ik weer helemaal terug op aarde. De dochters van de beheerder beginnen weer met hun spel van lonken en aanhalen. Moeder staat het tevreden van een afstand te bekijken. Ik speel op een veilige manier het spelletje mee, weet inmiddels wat de consequenties kunnen zijn. Iedereen is hier erg geïnteresseerd of je single bent of niet. Dat is de eerste vraag die mijn gids krijgt over mij. Een vrijgezel is goud waard, want een potentiële huwelijkskandidaat voor de meisjes hier. Kinderen nog.
Vanaf elf of twaalf jaar ben je gereed voor een partner. Het gaat niet over liefde maar over status en bezit. Eergisteren werd ik in het dorp aan de overkant al meteen verwachtingsvol gekoppeld aan een paar dochters. Er moest er toch zeker één bij zijn die geschikt was voor mij. Ik hoefde niet voor altijd voor ze te kiezen of zelfs hier te gaan wonen. Helemaal niet nodig. Liever niet zelfs had ik de indruk. Alleen een hut voor hen bouwen, een korjaal uitkappen uit een grote boom, een stuk bos klaarmaken voor het verbouwen van allerlei groenten en kruiden, een kostgrondje, schoon kappen en bewerken. En natuurlijk een paar varkens en wat kippen aanschaffen. Als witte man had je nog wat extra verplichtingen waaronder een buitenboordmotor van minimaal 8 pk! Het lonken en aandacht trekken van de dames, meisjes, is ronduit verlegen makend. Ik zie het maar als een cultureel gegeven. Alles wat ze hebben en soms nog niet eens hebben wordt in stelling gebracht. Ze lonken, laten geraffineerd wat bloots zien en flirten. Na het baden in de rivier, wat ze zogenaamd een beetje beschut maar wel recht in jouw gezichtsveld doen, komen ze met een handdoek omgeslagen weer naar boven gelopen. Die handdoek wordt steeds weer opengeslagen en dichtgeknoopt. Net genoeg om je een mooi uitzicht te bieden. Wegkijken is niet de bedoeling. Hun mooiste lach is voor jou. Hun moeder zal trots zijn op zoveel vernuft. Mijn God, ze zijn tien of twaalf! Moet dan ineens weer aan de potentiemiddeltjes van de Kapitein denken. Niets van gemerkt vannacht en nu brengt het ook niet echt iets. Ja, toch wel, merk ik nu pas op. Ik heb een blaasontsteking.