Kuifje in Roemenië
Vroeg op stap vandaag. Ik ga naar de Zwarte Zee die overigens blauw bleek. Ik liep naar mijn auto in een grote parkeergarage, zeg maar de Wolvenhoek van Boekarest. Toen ik de trap naar beneden afgedaald was moesten mijn ogen eerst even wennen aan het schaarse licht in de vrijwel verlaten garage. Daardoor had ik niet meteen door dat ik beter rechtsomkeer had kunnen maken. Op een meter of twintig van mij vandaan zag ik plots twee mannen snel naar mij toe lopen. Een niet onbelangrijk detail was dat ze zwarte nylonkousen over hun hoofd hadden getrokken. Ik realiseerde mij meteen ”daar gaat mijn laptop, camera, telefoon, portemonneetje en misschien meer” In ieder geval de hele handel. Een plan B had ik niet meteen voorhanden. Mijn spullen netjes overhandigen sprak de wijze ik. Van mijn leven niet sprak Kuifje. En dat allemaal in die paar seconden dat ze voor mij zouden staan met iets schietbaars of erger. Echter, na een lichte aarzeling staken ze de gang over en liepen mij zonder blikken of blozen (was ook niet goed te zien natuurlijk) voorbij en gingen door dezelfde deur waardoor ik binnen was gekomen weer naar boven. Ik had geen tijd gehad om bang te worden dus de opluchting drong ook niet echt door. ik stond al bijna naast mijn auto en zette rustig het koffertje en mijn tas in de achterklep. ik geloofde nauwelijks wat er net voorbij gekomen was. Vroeg mij meteen af of ik ze achterna moest gaan of rustig wegrijden. En vooral wat ze nu gingen overvallen. De bank, recht boven mij nu, bij de uitgang van de parkeergarage had gekund. Maar ze hadden blijkbaar niet goed op hun kalender gekeken, het was zondagochtend en het ding was potdicht. De pinautomaten misschien? Voor de rest was de hele omgeving vergeven van de café’s en terrassen die ook niet echt in actie waren op zondagochtend half acht. Ik besloot vandaag niet op zoek te gaan naar het heldendom en reed de garage uit. Bij de uitgang stonden twee agenten. Ik draaide mijn raampje al open om hun kond te doen van wat ik net gezien had toen ik mij realiseerde dat dat minstens een halve dag aan kroongetuige verklaringen zou kosten dus ik reed stoïcijns door. Misschien was alles wel een grote grap en anders had ik mijn burgerplicht ernstig verzuimd. De hele rit naar de kust knaagde er wel iets ja…
Aan de kust, helemaal aan de Bulgaarse grens, hadden ze helemaal geen nylonkousen nodig. Het was Paradise Beach, Mikonos 1976 revisited. Een hippiestrand dat nylon en textiel vrij was. Vama Vecche was de naam en de vis werd goed gegrilled. Als alleenreizende man voel ik mij altijd wat opgelaten tussen zoveel bloot dus na het eten ben ik weer Noordwaarts getrokken naar Constanta. De mondaine, nou ja, mondain, van de Roemeense Zwarte Zee kust. Een lange wandeling bracht mij overal maar vooral nergens en tijd genoeg om na te denken, had ik opeens door wat ik hier in Roemenië mis. Oogcontact. Vrijwel niemand kijkt je aan. Iedereen loopt grassprieten te tellen of stoeptegels zo je wilt. Het is heel opvallend. En lastig in restaurants want de bediening doet hier volop aan mee. Het is blijkbaar niet gepast om elkaar aan te kijken. Zoals hier heb ik het nog nooit meegemaakt. Hoe maken ze hier in hemelsnaam contact?