Electrophysiotherapy
Wilde om half zeven al gaan rijden maar moest nog een half uur wachten. Ik zat opgesloten in het hotel. Een groot gebouw van 10 verdiepingen en ik ben de enig aanwezige. Om zeven uur komt de receptionist, slaapogen en hemd uit zijn pyamabroek, de deur voor mij openmaken. Ik ben weer vrij. Dan eerst maar naar het kerkhof. De plaatselijke bezienswaardigheid. Het Noratus Khachkars kerkhof. Ook hier alleen maar ernstige gezichten op de afbeeldingen op de grafstenen. Zelfs na hun dood wordt er niet veel gelachen. Het ochtendlicht is prachtig.
De rest van de route vandaag voert over de eeuwenoude zijderoute van Perzië naar Moskou. Een mooie karavanserai boven op de pasweg. Oude bruggetjes langs de nieuwe weg. Weinig mensen, een eenzame schaapsherder daargelaten. Vaak stoppen om even het wilde, weidse landschap in mij op te nemen. Dit is leven. Tevreden denk ik aan het motto van deze fase van het leven: je moet doen wat je nog wilt doen. Terug in de bewoonde wereld wachten er weer vele kerkjes en kloosters. Oud en vervallen of even oud maar nog helemaal gaaf. Ze hebben er meestal goed voor gezorgd, de vervallen gebouwtjes blijken meestal door Kalifs vernield te zijn als die het hier even voor het zeggen hadden.
De regen komt weer rond de middag als ik het Stonehenge van Armenië bezoek. Het heet hier Zorats Karer of Karabunj en het schouwspel van licht en donker, van verdwijnende zon en regenwolken is onwerkelijk. Ik blijf maar even door fotograferen. Kletsnat stap ik even later weer in mijn auto. Onderweg blijft het boeiend om de wolken, bergen en het onweer voorbij te zien trekken. Bij het Tatev klooster is het weer zonnig. Dit is het meest dramatisch gelegen klooster van dit land. Jammer genoeg hebben ze rond het klooster zoveel mogelijk hoogspanningsmasten geplaatst en vanuit het mooiste uitzichtpunt, net boven het klooster, is een grote hal met de stoeltjeslift naar dit hoge plateau te zien. Ach, op het platte dak van het klooster ligt toch een groot felblauw zeil wat pijn aan je ogen doet. Ik koop wel een ansichtkaart.
“You are too much!” Doordringend keek zij mij aan en het was haar menens dat was overduidelijk. Een half uur geleden ben ik hier in Hotel Armenia in Djermuk aangekomen. Het stond er echt: Hotel Armenia. Nadat ik mij gemeld had bij de receptie is alles als een film aan mij voorbijgegleden. Ik moest denken aan die dag dat ik moest opkomen voor mijn dienstplicht en ook een beetje zo behandeld werd. Die dienstplicht duurde vier weken, dit is morgenochtend weer voorbij. Ze dicteerde mij het hotelreglement. Ontbijt! Maar pas na negen uur werd mij opgedragen, het gaat via strikte tijd en volgorde en ik ben om 09:10 aan de beurt. Het diner is vanavond tussen 19:15 en 20:00 uur en mis het niet, er komt geen tweede kans. De lunch die ook is inbegrepen heb ik reeds gemist begreep ik. Het zwembad is gratis tot vijf uur “so you have to hurry” en daarna 2000 Dram voor een half uur omkleden inbegrepen. Als je de kamersleutel verliest ”you have trouble”! Drie personen volgden mij naar mijn kamer en er werd vanalles recht gelegd en gladgestreken. Mijn jasje werd keurig in de kast gehangen en de receptioniste wees mij het bed aan om op te gaan zitten. Ik deed maar wat mij was opgedragen en kreeg een lijst met veel Russische tekst en de kop ‘Hotel Armenia & Sanatorium’. Toen de drie verdwenen waren werd er geklopt en zonder op mijn antwoord te wachten kwamen er twee dames, nog net niet middelbaar, de kamer binnen. Ze droegen witte jassen en grijze mappen onder hun arm en de ene had een snor en de ander mega hoge witte hakken. Die met de hakken had het lopen (op die hakken) nog niet helemaal onder de knie. Ze stelden zich voor. Die met de snor schreeuwde bijna “Doctor” en die met de hakken fluisterde “Nurse”, denk ik. Toen zei de dokter “Examination” en ik wist niet of het een vraag was of een bevel. Toen ze daarna baste “Shoes Off” was dat wel overduidelijk een bevel. De nurse zag blijkbaar mijn verwarring en fluisterde “Including room treatment”. Er begon iets te dagen en ik deed gedwee mijn schoenen uit. De nurse haalde de weegschaal uit de badkamer en ik moest erop gaan staan. “You are too much! Tonight no meat!” Het klonk als muziek in mijn oren, eindelijk geen vlees. Terwijl de nurse mijn pols opnam trok snorremans mijn t-shirt omhoog en legde haar oor tegen mijn borst. Dat oor was even koud als de stethoscoop van de militaire arts in het begin van de jaren zeventig. Ze luisterde best lang en begon daarna op allerlei plekken te drukken en te wrijven. Mijn oogleden werden naar beneden gerukt en ze drukte op mijn oren alsof ze dacht dat er wel iets uit zou spuiten als dat maar hard genoeg gedaan werd. Nurse was ondertussen mijn bloeddruk aan het opnemen. Toen dokter het resultaat onder ogen kreeg schudde ze meewarig het hoofd. De dokter wees vervolgens op mijn mond dat ik die hoognodig open moest doen. Ze keek in mijn mond en de nurse fluisterde nauwelijks hoorbaar “Most sickness from teeth”. Plots was de behandeling klaar en kreeg ik een lijst voor mij met een aantal keuze mogelijkheden zoals ‘gastroscopie’, ‘elektrocardiogram’, ‘rectoscopie’, ‘inhalation report’(?), ‘gynecologistic report’, ‘electrophysiotherapy’ en nog wat in het Russisch. Misschien zat er van vroeger nog ‘hersenspoeling’ bij?
Ik hoefde alleen maar een hokje aan te kruizen. Zonder verder iets of wat af te wachten verdwenen ze weer mij in verwarring achterlatend. Ik heb het formulier nog eens nagelezen maar besloot niet verder gebruik te maken van de hun diensten. Het is inmiddels 18:30 en ik begin honger te krijgen. Lekker kotelletjes...
Mijn laatste dag alweer in Armenië. Van de 18.000 kerkjes heb ik er nu, vandaag inbegrepen, denk ik 13.000 gehad. De rest kunnen mij gestolen worden. Meestal zijn het juweeltjes, daar niet van, maar ook juwelen gaan op den duur vervelen. De glans raakt eraf. Had gehoopt vandaag de berg Ararat de hele dag in het vizier te hebben maar alleen heel vroeg in de ochtend lag hij daar even in volle glorie. De wolken belemmerden verder het uitzicht. Op het einde van de middag bezoek ik nog Garni. Een Romeinse tempel op een heuveltop. Hier veel jeugd die een middagje uit zijn. Voor het eerst dat ik buiten Yerevan veel jongeren zie. De jongens loeren naar de meisjes. Zwarte leren jasjes, gilletje eronder, de duimen nonchalant in de broekzakken en met ernstige gezicht het loopje van Steve McQueen lopen. De meisjes giechelen en ik ga op weg terug naar Yerevan om mijn laatste avondmaal te gaan verorberen. Heb het zoveel afgebeeld gezien, dat laatste avondmaal in de kerken, dat ik er bijna zin in begin te krijgen. Maar ben helaas geen zoon van een slager dus het zal wel weer afzien worden.
Twee dagen eerder dan gepland vertrek ik weer uit dit mooie, beetje saaie, land. Armenen zijn ernstige mensen die het leven ogenschijnlijk serieus nemen. Godvrezende kettingrokers met een verleden. Ook vanochtend vroeg naar de airport. De taxichauffeur was geen vrolijk man, mompelde in plaats van sprak en vond het een heel gedoe om helemaal naar het airport te rijden. Behalve, plotsklaps toen er op zijn autoradio een Oosteuropees, dus vreselijk klinkend, housenummer gespeeld werd. Hij leefde helemaal op, vuisten werden op het stuur geknald en hij hopte in zijn stoel. De dertien rozenkransen om zijn binnen spiegel dansten met hem mee. Hij was minstens zeventig jaar oud. Toen het nummer afgelopen was ging zijn hoofd direct weer in de zeurstand. Op het airport is de beveiliging vol goed vertrouwen. Het meisje achter de monitor riep mij bij zich toen mijn tas op het scherm verscheen. “Is that a knife?” vroeg ze en wees op een zwart, inderdaad mesvormig, ding op het scherm. Ik antwoordde dat het waarschijnlijk iets in mijn computerkabeltas was. “Oh, thank you” zei ze en liet mij door. Armenië heeft mij geboeid maar niet gegrepen. Soms leek het of het land nog stilstond bij haar veelal duizend jaar oude kerkjes en kloosters. Even mocht ik bij een oorlog naar binnen kijken, dat bracht wat opwinding. De hele trip heb ik geen gesprek gevoerd. Door taalproblemen natuurlijk maar er was ook nooit een klik. Tekenend was dat ik iedere ochtend wakker werd zonder te weten waar ik was en of hoe laat het was...