USA roundtrip, nov/dec 1970
Het was not-done in die tijd. Op reis naar het verfoeide Amerika. Naar de USA, van Vietnam, Laos, Cambodja en de communisten bestrijdend in Zuid Amerika, dat deed je niet. Hippiekind en links dat was je. Maar die hippies kwamen juist uit dat land, Woodstock was geweest, daar wilde ik wel naar toe. Ik volgde academievrienden Toon en Etienne. Onze buitenlandstage. Die waren daar al een aantal weken maar uit geldgebrek kwam ik pas later. Moest er zelfs een persoonlijke lening voor afsluiten. Vliegen was nog duur in die tijd. Ik vloog naar New York en vandaar stand-by naar California. Dat was het goedkoopst. Kon mij wat schelen dat ik in New York moest wachten tot er plaats was op de vlucht naar Atlanta, daar moest wachten tot er plek was op een vlucht naar Dallas en daar moest wachten tot er plek was op een vlucht naar L.A. Om vijf uur in de ochtend stond ik op de stoep op LAX airport. Ik was onder de indruk van die vliegende schotel buiten. Dat was Amerika, mijn droom kwam uit. Toen bellen naar Bud Donner; daar verbleven mijn vrienden. Die moest eerst wel een uurtje of wat rijden. Ik keek mijn ogen uit, ja, hier was alles groter. Ik liep rond langs alle terminals op het vliegveld, had ik in New York ook al gedaan. Dat viel zwaar want in mijn rugzak zat een hele kaas uit Nederland. Cadeau van de vader van Etienne voor Bud en Louise. Leuk maar van een enorm gewicht. Je mocht geen voedsel meenemen naar de VS in die tijd en ik had geluk toen de douane beambte in New York in mijn rugzak keek en iets geels onderin zag zitten. Gelukkig was ik zo ad-rem om te roepen ‘Wooden Shoes’ hij lachte en liet mij door.
Op reis door California na een week in Riverside. Door LA lopend (!), naar muziekfestivals, Hollywood, downtoon LA dan met de Greyhound bus naar San Francisco, de hippie hoofdstad van de wereld. Dat hippie leven was goeddeels voorbij, de meeste hippies waren het binnenland ingetrokken, het communeleven tegemoet. We sliepen in heel goedkope hotels waar je boekte voor een week en je at bij breakfast joints waar je vooral veel kreeg, dronk smerige thee en koffie en ’s-avonds kochten we een enorme emmer met Kentucky Fried Chicken. Ik begreep waarom Toon en Etienne welhaast Michelin mannetjes geworden waren in die weken hier in de States. We spoelden deze troep weg met bier uit enorme blikken. Sindsdien heb ik een allergie voor het flauwe, dunne pils van Budweiser. Op een dag kwamen we in gesprek met een typische Amerikaan die hoog opgaf over het eten in de States en dan vooral de hamburgers. Hij nam ons mee naar natuurlijk het beste en grootste hamburger restaurant van San Francisco en liet ons proeven van de ‘Greatest Hamburger in the World’, hij smaakte wel aardig. Ook maakte ik kennis met de ‘all you can eat’ scultuur’. Vooral pizza was populair bij Toon en hij ging daarbij tot het uiterste wat zijn maag kon hebben. Ik was broodmager en bleef broodmager. Terug naar Riverside gingen we liften en kwam ik nog in een hippie commune terecht. Al een heel avontuur op zich.
In Riverside gingen we fietsen, wielrennen eigenlijk en ik geloof dat ik daarbij de grenzen opgezocht heb van wat mijn lichaam aankon. Mijn eer te na om te verliezen van een van de (getrainde!) Amerikanen. jammer dat ik op het laatst een afslag gemist had waardoor ik ruim een uur na de anderen arriveerde. Het waren mooie weken waarbij ik op een avond de gastvrouw Louise tot tranen en wanhoop dreef door toen ze vroeg hoe ik haar maaltijd, vond, waar ze de hele dag mee bezig was geweest, te antwoorden Good!. Voor ons Nederlanders een compliment maar in Amerika had ik wel tien woorden moeten gebruiken als ‘Deliciuos, Great, The Best I Ever Tasted’ of nog meer. Ik had weer iets geleerd.
Toen gingen we op zoek naar vervoer terug naar de oostkust. Het werd de ‘Auto Drive Away’ service. Je bracht een auto van de westkust naar de oostkust voor mensen die zelf gingen vliegen. Een avontuur op zichzelf. Joelend en juichend stapten we in LA in een enorme Cadillac en reden vrijwel zonder te stoppen naar New York. Toon was door zijn geld heen en wilde zo snel mogelijk naar NYC en had geen behoefte aan een hotel. Begrijpelijk want hij bleef de hele trip languit op de achterbank liggen. De veel landschappen van Amerika trokken aan ons voorbij waarbij we wel zo nu en dan wat landschap mistten omdat het nacht was. We beleefden oud en nieuw een paar keer door de tijdzones waar we doorheen reden. Toen uiteindelijk New York en Manhattan in het bijzonder in de verte verscheen werd ik stil. Toch ook weer imposanter dan ik gedacht had.