IJs

IJs

Een kruiwagen vol ijs hadden ze tussen elkaar gestort. Er liep ook een denkbeeldige lijn op de vloer van de wat groot uitgevallen hotel bar. Daar kwamen beide absoluut niet overheen. Ook niet bij hun meest uitgewerkte danspasjes. ‘Zij’ waren twee zangeressen uit de Filippijnen. Ze speelden nu al 10 maanden hier in het hotel. En hoopten tot de Olympische Spelen te kunnen blijven. 

 

Ik had geen zin om de straat op te gaan dus besloot wat te drinken in de hotelbar. Één wijntje had ik mijzelf beloofd. Het was niet druk en de kruk achter de piano was nog leeg. Wel zaten er twee dames in lange zwarte jurken ieder aan een kant van de bar. Ik vroeg mij af wie de zangeres was die direct achter de piano zou plaats nemen. Ik dacht diegene met een split tot onder haar oksels. De ander had weliswaar een decolleté tot op haar navel maar die split leek mij meer des zangeressen. Allebei fout, bleek even later. Een lange magere man, leek mij een Chinees, nam plaats en begon een wat jazzy nummer te spelen. Toen, alsof het afgesproken was, stonden de twee dames op en voegden zich bij de piano. Het nummer  bleek Fly Me To The Moon te zijn. Vreemd genoeg stonden ze beide dezelfde kant  uit de bar in te kijken maar met een oncomfortabele grote onderlinge afstand. Ik zag meteen die kruiwagen ijs. En ondanks de split en het decolleté smolt die niet. Hij bleef er de hele avond staan. Mijn ene wijntje werd een halve fles.

 

Eerst dacht ik dat de dames ook Chinees waren maar bij hun uitspraak van het Engels en hun uitstraling twijfelde ik. Ze zongen beide mooi. En hadden ook beide een mooie, maar professionele, lach voor mij over. Dream A Little Dream Of Me. Het contact was gelegd. Het ijs bleef. Geen enkele keer keken zij elkaar aan. En hun blikken gingen synchroon steeds dezelfde kant uit zodat er nooit een per ongeluk contact kwam. The Fool On The Hill. Om beurten kondigden ze de nummers aan waarbij beide steeds iemand in het publiek aankeek. Er waren er niet veel dus was ik vaak aan de beurt. Every Time We Say Goodbye. Na de eerste lange set kwam een van de dames bij mij zitten. Gelukkig mijn favoriete van de twee. Ze kwam uit de Filippijnen dus. Ze heette Anneliese. Ik vroeg of die andere twee daar ook vandaan kwamen en ja hoor, alle drie.  Ze werkte al vijf jaar met de pianist. Die andere zangeres ook? Nee hoor. ‘Zij’ speelde alleen hier mee. Ze was aan komen waaien. “He (the pianist) had a crush on her. Or should I say a crash? But she sings.” Ondanks de meest lieve glimlach van deze aardbol spatte het venijn ervan af. Ze kwam uit Cebu. Het mooiste eiland van de Filippijnen. Te snel begon de volgende set. He Big Spender. Anneliese lachte nog steeds haar lach maar bij No Name had ik het verbruid. Geen blik waardig meer. Come Fly With Me en ja hoor daar was Karen Carpenter. De danspasjes waren gewaagd, de ijzige winterwind bleef maar waaien. Cheek To Cheek. Mensen uit de bar werden uitgenodigd mee een dansje te maken. Voor mij was dat niet meer weggelegd. Gelukkig maar. Let Me Hear You Call My Name. Een wat ouder Amerikaans echtpaar schuifelde heel innig samen op kousenvoeten tussen de tafeltjes. Dream A Little Dream Of Me. Tussen de dansjes door masseerde hij liefdevol haar oude voeten. En eindelijk was hij daar ook: John Denver. Drie sets bleef ik zitten. Weet inmiddels heel veel over de Filippijnen. En over de muziek daar. Daarna nam ik afscheid. Van één van de dames.